Mijn lange termijn visie Mechelaar & Tervueren

Ik groeide op met verschillende honden, maar al van kleins af aan ontdekte ik mijn grote liefde en passie voor de Belgische Herder. Dit kreeg ik mee van mijn vader, die in het bijzonder altijd al een zwak had voor de Mechelaar. Toen ik +/- 13 jaar was schafte ik mijn eerste Mechelaar aan. Mijn eerste Mechelaar was gefokt met een onofficiële Stamboom Sint-Hubertus. Ik leerde stap voor stap het ras beter kennen, enerzijds door om te gaan met mijn eigen Mechelaar, anderzijds ook door mensen aan te spreken over het ras en hun mening te aanhoren. Wat mij toen al opviel (ik was ongeveer 14 jaar), was dat mensen een heel uiteenlopend & verschillend idee hadden over de Mechelaar. Sommige mensen noemden het ras agressief, anderen vals, nog anderen leergierig en trouw aan eigen volk, maar wantrouwig tegenover vreemden,.. Best verwarrend om zoveel verschillende ideeën en opvattingen te zien en te horen over één ras! Ik besloot toen verder onderzoek te doen waarvoor onze Mechelaar echt staat! Al snel hoorde ik van twéé totaal verschillende werelden, enerzijds de ‘showhonden’ en anderzijds de ‘werkhonden’. Mijn zoektocht leidde me naar heel wat mensen uit het Mechelaar milieu, hetzij op hondententoonstellingen, hetzij op gehoorzaamheid en africhtingclubs! Wat mij vooral opviel bij de africhtingclubs, was dat zij nogal laconiek deden over de typische Mechelaars (showhonden). Volgens hen waren/zijn deze honden ondermaats van karakter, hebben ze geen werkcapaciteiten, zijn ze onzeker, wantrouwig, laag in drift, geen capaciteiten voor kwalitatief bijtwerk,… Toen ik op hondententoonstellingen de Mechelaar ging bekijken, kon ik niet anders dan dit te beamen. Er waren inderdaad nogal veel lusteloze Mechelaars. Honden zonder uitstraling en specifieke expressie! Het leken wel schapen van uitdrukking! Dit viel mij dus ernstig tegen! Ik besloot meerdere africhtingclubs te bezoeken, om een nog bredere waaier en inzicht te krijgen op het ras! De zogenaamde ‘werkhonden’ op de clubs, die gefokt waren/zijn naar werkcapaciteiten, leken voor mij toen al sterk fenotypisch (uiterlijk) afwijkend van wat ik toen al voor ogen had! Ik had toen ook al heel wat lectuur over onze Belgische Herder bestudeerd.

De honden waren naar mijn inziens niet ras typisch. Types waren totaal afwijkend, koppen leken eerder op bepaalde andere rassen (ondermeer Duitse Herder). Als ik deze opmerking maakte tegen bepaalde personen uit deze africhtingclubs, kreeg ik onmiddellijk te horen, dat hun honden niet gefokt waren op schoonheid, maar op werkcapaciteiten! Dit was voor mij nogal kort door de bocht. Waarom kon/kan men niet selecteren op werkcapaciteiten en typische Belgische herder verschijning?? Al snel kwam ik tot de conclusie, dat het niet zo zeer onmogelijk is/was het typische te combineren met de juiste werkcapaciteiten, maar dat het probleem vooral ligt/lag bij de mensen zelf. Een combinatie van onvoldoende kennis over het ras, verkeerde visie, en vooral niet de juiste ingesteldheid, om het ras op elk vlak te verbeteren! Ik noem het een mentaliteitsprobleem! Mensen uit het werkmilieu en showmilieu zijn doorgaans zo verschillend, wat zeker het ras niet te goede komt! Vaak beginnen mensen maar te fokken, om te fokken, zonder het correcte beeld te volgen, waarvoor het ras echt staat! Ze laten zich dan manipuleren door derden en hebben geen lange termijnvisie! Als men terug kijkt naar oude foto’s tussen 1900 en 1970, ziet men een heel andere type Mechelaar, als wat men de dag van vandaag in het straat beeld ziet! Heel interessant is de beschrijving die Prof Reul geeft van de herdershonden die het vee begeleiden op een veekeuring te Oosterhout (Antwerpse Kempen) in 1892. Ze zijn van een merkwaardig uniform type Belgische Herder, ze zijn kortharig, met een rosse vachtkleur, hun oren zijn merkwaardig recht, klein, niet breed aan de basis, hoog ingeplant en naar voor gericht. Het is dat type van honden dat als model genomen is door Prof Reul, samen met Louis van Der Snickt en Louis Huygebaert om de rasstandaard op te stellen en dat decennia lang het specifiek kenmerk van de vier variëteiten van de Belgische Herder is gebleven. Vanaf eind de jaren 1970 ziet men in het straatbeeld, op wedstrijden, africhtingclubs, een ander type Mechelaar verschijnen. Men ziet een verkeerde evolutie! Oren worden langer en breder, types worden groter, verhoudingen in structuur veranderen, kopstudies beginnen af te wijken van het typisch Belgisch Herder beeld, kleur, vachtstructuur en -textuur veranderen! Het is een publiek geheim, dat er in deze periode vaak kruisingen werden gedaan met ondermeer Duitse Herder. Als men weet dat lange oren dominant overerven, ten opzichte van kleine oren, is het een duidelijk verklaring, van waar plots de lange oren vandaan komen! Men kan dus stellen, dat zogenaamde Mechelaars met lange oren, GEEN RASZUIVERE BELGISCHE HERDERS ZIJN!! Toch hebben deze honden een stamboom. Het is ook net dat, wat velen nieuwe liefhebbers misleid en op deze manier verkeerde informatie krijgen op sommige clubs en van fokkers,… Dit foutief type ‘Mechelaar’ heeft zich door heen de jaren wereldwijd verspreid, met grote nadelige gevolgen! Ook op andere continenten ziet men dit type honden overal opduiken. Als buitenstaander kan men zich de vraag stellen, waarom men tientallen jaren terug, er voor kozen had, om in te kruisen met ondermeer Duitse Herder?? De verklaring moet men niet ver zoeken. Men wilde meer bijtkracht en zwaardere type honden fokken, voor in de africhting, politiewerk,… U kan zich dan de vraag stellen, of men op deze manier rasverbetering deed/doet?? Het ras is geëvolueerd naar een bijtmachine voor in de africhting, maar men is de waarden, die het ras nog had, tot de jaren 1960-1970 gaan verwaarlozen! Een Mechelaar is een drijver, dat ook een familiehond is, die zijn eigendom en naasten verdedigt tot het uiterste. Naar mijn inziens, hebben vele fokkers zich blind gestaard naar wat de markt wil! Velen zijn gaan fokken, naar het commerciële en stonden/staan niet stil, voor wat het ras echt staat! Vaak hoor je mensen in de straat zeggen, dat de Mechelaars onbetrouwbaar, vals en zenuwachtig zijn. Geen van al deze opgenoemde factoren zijn typische kenmerken voor onze Belgische Herder Mechelaar! Ik ben ook van mening, dat een Mechelaar in staat moet zijn, om kwalitatief bijtwerk te kunnen afleveren, maar dit mag niet gepaard gaan met agressie, of ander afwijkend gedrag. Volgens mijn studies en bevindingen, kan een raszuivere Mechelaar, nooit de bijtkracht van bv een Duitse Herder hebben. Door de inbreng van de Duiste Herder, wilde men het atletisch vermogen koppelen, aan de power en bijtkracht van een Duitse Herder, maar dat ging en gaat nog altijd ten koste van fysieke & fysische kwaliteiten van onze Belgische Herder Mechelaar/Tervueren. Vele Mechelaarachtige typehonden worden te zwaar, te lang en log. Terwijl een typische Mechelaar een vierkante lichaamsbouw heeft. Onze Mechelaar koppelt kracht aan elegantie en souplesse! Omdat er steeds weer nieuwe generaties mensen komen, zien nieuwe liefhebbers voor het ras, niet de problemen, die er zijn binnen onze Belgische Herders! Men is gewend om het verkeerd type ‘Mechelaar’ te zien, wat op den duur ook maar als normaal wordt beschouwd. Vaak hoor ik mensen zeggen, die geboren zijn rond de oorlog periode, ‘wat er toch aan de hand is met de Mechelaar’?! Dat men de Mechelaar van vele jaren terug niet meer ziet! Voor deze mensen/liefhebbers, zijn de echte Mechelaars zo goed als uitgestorven. In de africhting ging men door heen de jaren, ook steeds meer de nadruk leggen op de kwaliteit, droogheid en hardheid van de beet. Dit zorgde er voor, dat er bijna geen belang meer werd/wordt gehecht aan de verschijning en oorspronkelijke kwaliteiten en taken van onze Belgische Herder Mechelaar! Gelukkig waren er toch nog enkele fokkers, in de naoorlogse periode (WOII), die wel groot belang bleven hechten aan het totaal pakket, waar onze Belgische Herder Mechelaar voor staat! Enkele kennels van bij ons, die toen met veel overleg en inzicht fokten, waren kennels zoals: de L’Assa, Du Maugré, van Bouwelhei, des Ardents Fauves, de la Belle Edita,… In de vooroorlogse periode, vanaf het ontstaan van onze Belgische Herder Mechelaar, waren ondermeer volgende kennels van groot belang voor onze Belgische trots: De L’Enclus, Des Pimprenelles, de’Ecaillon, de la Brigade, Ter Heide, De Jolimont,… Jammer genoeg zijn door de oorlogsjaren (‘40-‘45) vele goede en zeer typische Belgische Herders verloren gegaan! Gelukkig waren er enkele kennels in de naoorlogse periode, die enkele honden en bloedlijnen konden recupereren en zo het ras weer konden heropbouwen! Ik denk dan vooral aan kennels zoals: ‘van Bouwelhei’ & ‘des Ardents Fauves’. Vooral de kennel ‘des Ardents Fauves’ geniet voor mij bijzonder veel respect, omdat deze fokker, de heer ‘Abel Renard’, altijd zijn strenge visie op karakter, type en gezondheid meer dan 40 jaar lang volgde, zonder zich in te laden met belangen en vriendenpolitiek!

Vachtstructuur en kleur

Bij algemeen voorkomen is in de rasstandaard vermeld: gewend aan het openlucht leven en gebouwd om te weerstaan aan de zo frequente (soms gure) weeromstandigheden van het Belgisch klimaat. De weerstand tegen koude en regen, is in hoofdzaak afhankelijk van de vacht structuur. Het dekhaar moet van een voldoende grote diameter zijn, dus niet wolachtig, maar recht zijn, licht glanzend bij licht inval en toch zacht aanvoelen als men er over wrijft. Bij een gezonde hond wordt er door de talkklieren ‘sebum’ afgescheiden, die het haar waterafstotend maakt. De ondervacht moet in voldoende mate aanwezig zijn van een wollige structuur, dit is de isolatielaag die zowel bescherming biedt tegen koude als warmte. In het straatbeeld, op clubs, ziet men regelmatig Mechelaars met een zeer korte vacht en weinig onderhaar. Het is zeer de vraag of deze honden wel bestand zijn tegen het buitenleven bij lage temperaturen en bij guur weer, zoals vooropgesteld is in de rasstandaard. Men kan zich ook de vraag stellen, vanwaar deze zeer korte vachten vandaan komen??

Per definitie is de Mechelaar een hond met een vaal rosse vacht (fauve charbonné) met zwart masker, die zowel wat lichaamsbouw als karakter in de hoogst mogelijke mate beantwoord aan de rasstandaard van de Belgische Herder. Bij de creatie/opbouw van het ras en na de eerste selectie, bestond de populatie van Belgische Herders uit allerlei vachtkleuren en structuren. Er waren langharen, kortharen & ruwharen. Vachtkleuren in allerlei patronen, met ondermeer volgende kleuren: volledig zwart, vaal ros (met of zonder masker), ros gestreept (bringé), grijs en ros met zwarte flanken. In april 1892 werd de eerste rasstandaard opgesteld. De auteurs ervan waren Prof. Reul, Louis Van Der Snickt en Louis Hyugebaert. Het resultaat was, dat men bestaansrecht zou geven aan alle bestaande vachtkleuren en structuren. Om enig onderscheid te maken heeft men drie variëteiten gecreëerd: langharen, kortharen en ruwharen. Lang heeft die rasstandaard niet stand gehouden. Onder druk van vooral Louis Van Der Snickt, bestuurslid van de KMSH en hoofdredacteur van het maandblad van de KMSH ‘’ Chasse et Peche’’, de veearts Hertsen en Victor Du Pré voorzitter van de KMSH, die alle drie sterk van overtuigd waren, dat een ras of een variëteit erkenbaar moest zijn in uniformiteit van bouw en vachtkleur. Er werd op 24 september 1899 een nieuwe rasstandaard gepubliceerd:

  • De langharingen moeten eenkleurig zwart zijn
  • De ruwharigen zijn asgrauw (Gris Cendré Foncé)
  • De kortharen zijn ros gevlamd met zwart masker (Fauve charbonné)   

Deze beslissing betekende een ware amputatie zowel op het fenotypisch als genotypisch gebied. Werden uitgesloten: de Tervuerens ros of grijs, de Laekense (rosse vacht), de zwarte kortharen, kortharen met gestreepte vacht (Bringé), alle kortharen zonder masker. De standaard hield stand tot in 1907. In dit jaar wil de Berger Belge club zich aansluiten bij de KMSH onder voorwaarde dat de Laekense Herder en de Tervueren terug erkend worden, geen sprake van erkenning van de zwarte korthaar! In 1920 kwam er nog maar eens een wijziging van de rasstandaard, enerzijds onder druk van de liefhebbers en fokkers die Belgische Herders hadden en die niet erkend waren in de vorige rasstandaard en anderzijds om de populatie de kans te geven zich te herstellen van het verlies aan fokmateriaal gedurende de oorlogsjaren.

Er werden in totaal 8 variëteiten erkend:

  • Lang harig zwart – de Groenendael
  • Lang harig ros - gevlamd met masker – de Tervueren
  • Lang harig grijs – grijs gecharbonneerd met masker – de grijze Tervueren
  • Kort harig ros – gevlamd met masker – De Mechelaar
  • Kort harig andere kleuren – in hoofdzaak zwart – de zwarte korthaar
  • Ruw harig ros, roestbruin – de Laekense
  • Ruw harig asgrauw – de Laekense
  • Ruw harig andere kleuren, voornamelijk licht vaal en strogeel

In feite is men teruggekeerd naar de allereerste rasstandaard, maar dan meer gepreciseerd.

Voor de grijze en de anders kleurige ruwharen heeft de aanvaarding niet mogen baten, ze verdwenen totaal als variëteit doordat ze drager waren van het letale M-gen (Collie), dat geïntroduceerd werd via de grijze ruwhaar Lise (van onbekende origine). Het is onder druk van Prof. Reul en zijn vriend Reumon (kennel ‘du Rixansart’), dat deze variëteit aanvaard werd. Voor de zwarte kortharen heeft de aanvaarding niet mogen baten, om zijn plaats te mogen veroveren onder het vaandel van de Belgische Herder. Ze werden in de eerste rasstandaard al niet aanvaard, dus werd er ook niet gericht mee gefokt, wegens het recessieve karakter van overerving was hun aantal in de populatie kortharen ook al zeer klein, zelfs verwaarloosbaar, ze hebben ook nooit de populariteit van de Mechelaar gehad, men zag ze nooit op shows wegens niet aanvaard en het was een rariteit om ze tegen te komen op wedstrijden. Op een algemene vergadering op 22 juni 1974 waarop de voorzitters en bestuursleden van de rasclubs van de Belgische Herders van België, Frankrijk, Zwitserland, Duitsland, Nederland en Oostenrijk aanwezig waren werd volgende beslissing genomen: De zwarte kortharen zijn voortaan niet meer gewenst. Deze beslissing werd ook door het FCI aanvaard.

Tervueren uit Mechelaars

Na de tweede wereldoorlog was het met de Tervuerense Herder droevig gesteld, er waren in België nog enkel een paar kennels die Tervuerense Herders fokten. Volgende kennels waren toen nog actief: de la Ferme Termunt, de la Citè de Gilles & de la Brigade. Aan de basis van de heropbouw van de variëteit liggen +/- 100 Belgische Herders uit de drie variëteiten (Mechelaar-Tervueren-Groenendaeler). De heropbouw van de variëteit is in Frankrijk begonnen met de kennels: du Clos Saint-Clair, du Clos Saint-Jacques & du Sang Bleu. De basis echter ligt vooral bij de kennels: de la Brigade, de L’ Assa & des Bonmoss, drie kennels die uitsluitend Mechelaars fokten, maar waar af en toe Tervueren voorkwamen in de nesten. Nog te vermelden waard, is dat Phillippe Van Den Eynde van de kennel de la Brigade in Merelbeke, als rijkswachter zeer streng selecteerde op karakter, maar hij deed het ook op gebied van schoonheid, een bewijs dat fokken op karakter en schoonheid wel degelijk mogelijk is! Meerdere honden uit zijn fok, hebben dienst gedaan als politiehond in het Gentse o.a. bij een collega van hem, eigenaar van Jhonny de la Brigade, hij was tevens kampioen van België.

Waarom fokt ‘v.d. Vaardekenshoeve’ Tervueren uit Mechelaars?!

Eerst en vooral ben ik Tervueren uit Mechelaars gaan fokken, omdat naar mijn mening ook de Tervueren op de eerste plaats een werkhond blijft! Hij hoort hetzelfde karakter en uiterlijke kenmerken te hebben als de Mechelaar. Vaak ziet men in de wereld van de Tervueren, twee heel grote verschillen. De Tervueren die gefokt worden op karakter en de show Tervueren. Jammer genoeg liggen ook deze werelden mijlen ver uit elkaar, wat er voor zorgt, dat de karakter gefokte honden, gebrek hebben aan correcte vacht lengte en structuur, een te zwaar hoofd hebben, te lange en te brede oren, foutieve types,… Ook bij deze honden ziet men de invloed van de Duitse herder. Anderzijds worden de laatste tientallen jaren de Tervueren voornamelijk gefokt op schoonheid. Dikwijls zijn deze honden onzeker en hebben ze niet meer de kwaliteiten voor het zwaardere werk, zoals bv. ringwerk. Voor mij is vooral het gebrek aan drift een groot probleem bij de show Tervuren.

Persoonlijk vind ik ook de Tervueren uit mijn Mechelaar bloedlijnen, vaak mooier dan vele showlijnen. Maar dat is natuurlijk mijn inzicht. Mijn visie en opzet, heeft als doel, erg typische Tervueren te fokken, die geschikt zijn voor tentoonstelling, maar ook voor bv. security, ringwerk, speuren, familiehond,… Men kan wel begrijpen, dat mijn visie en beeld op het ras, er voor zorgt, dat vele bloedlijnen/honden niet geschikt zijn, voor wat ik zelf wil fokken. Verder hecht ik enorm veel belang aan uitstraling, charisma en gezondheid bij mijn Mechelaars en Tervueren. De rasstandaard vermeld duidelijk, dat de kopstudie van onze Belgische Herder gestrekt en gebeiteld moet zijn, maar zonder overdrijving! Vaak ziet men Tervueren, die meer doen denken aan Collies, dan aan onze Belgische Herders! Een gebrek aan stop & schedel, zorgt op termijn voor lichamelijke problemen, dat een invloed kan hebben op het gewone dagelijkse leven, gezondheid en werk!

Omdat er in het verleden en heden vaak problemen opdoken bij Tervueren op vlak van gezondheid en karakter, ga ik uiterst selectief te werk! Ik wil de erfelijke belastbaarheid dan ook zou laag mogelijk houden binnen mijn fokprogramma!

Kostprijs van een Mechelaar of Tervueren pup:

Algemeen kunnen we vaststellen, dat de kostprijs van een Belgische Herder met stamboom, beduidend lager ligt, dan bij vele andere rassen. Vooral de prijzen in België & Nederland liggen dikwijls abnormaal laag! Men kan zich de vraag stellen, of dit niet verdacht weinig is??!! Ik hoor vaak prijzen van €400- €500 voor een pup. Deze prijzen zijn bij vele andere kwaliteitfokkers, van andere rassen, totaal onmogelijk. Men moet allereerst in schatten, wat men krijgt voor zijn geld?! Honden fokken is niet moeilijk, kwaliteit fokken en deze steeds bevestigen is heel wat anders! Door mijn manier van fokken is het onmogelijk om mijn pups bv. te verkopen aan +/- €400! Alles hangt af van de ingesteldheid van de mens. Door de jaren heen, ben ik met heel wat mensen in contact gekomen en ben dan ook niet meer verrast door de ver uiteen liggende houdingen van mensen. Omdat men bij mijn kennel geen pup kan aankopen voor belachelijk wantrouwe lage prijzen, brengt het mee, dat ik doorgaans liefhebbers aantrek, die met een grote passie voor het ras, met plezier een evenredige prijs betalen, in verhouding met de kwaliteit die men krijgt! Verder moet men zich er van bewust zijn, dat men als liefhebber, bij mijn kennel een pup meekrijgt, waar jarenlange visie, harde arbeid en strenge selectie, aan vooraf zijn gegaan! Kortom, een Belgische Herder, die u op alle vlakken tevreden stelt! Dit wil zeggen: Het feno- & genotypisch ideaal beeld, gekoppeld aan de correcte karaktereigenschappen, waarvoor het ras is ontstaan! Verder wil ik mensen duidelijk maken, dat ik steeds bereid ben, al het mogelijke te doen, om mensen te helpen met raad & daad,…, om hun jonge Mechelaar of Tervueren zo optimaal mogelijk op te voeden en hen een trouwe vriend te geven voor vele jaren!

Verder wil ik alle liefhebbers/eigenaars hartelijk bedanken voor de jarenlange steun en vertrouwen! Zonder hen is het onmogelijk, om mijn kennel verder te ontwikkelen en zo het ras verder te helpen! Zij zorgen ervoor dat de geschiedenis blijft bestaan en dat hij verspreidt wordt over de hele wereld! Samen werken we aan het behoud van de echte typische Mechelaar & Tervueren!

Tot slot, wil ik nog heel graag vermelden, dat ik geen showhonden fok, zoals sommige mensen van mening zijn, maar rasstandaard honden! Met rasstandaard honden, wil ik zeggen, dat ik werkhonden fok, maar de typische uiterlijke kwaliteiten, om ook te schitteren op tentoonstellingen! De Belgische herder is een allround ras en daar wil ik als liefhebber en fokker alles aan doen, om dit in stand te houden!

Graag wil ik nog alle mensen bedanken, die het geduld en tijd hebben genomen, om mijn visie en beleid rustig te hebben doorgenomen!  

Met vriendelijke groeten,

Eigenaar kennel ‘v.d. Vaardekenshoeve’ Van Hamme Stijn. 

De foto's en de teksten mogen niet zonder medeweten van de eigenaar van de kennel gebruikt of gekopieerd worden. Gebeurt dit toch, zie ik mij genoodzaakt gerechtelijke stappen te ondernemen.